Deze villa werd in 1872 gebouwd op de hoek van de Parkstraat
en de Kastanjelaan en was genummerd aan de Parkstraat nr. 38.
De laatste bewoner was de Gelderse
Waterleidingmaatschappij die het pand omstreeks 1970 verliet. Het huis is
hier al gedeeltelijk dicht geplankt en viel kort daarna onder de slopershamer.
Bron foto: gemeentearchief Arnhem.
Volgende . Vorige . Pagina Historie
Twintig straten en een boulevard (07): De zes villa's
Na een wat aarzelend begin tussen 1865 en 1875 brak in de tien jaar die daarna
volgden op de terreinen van het Gelders Spijker en het Dullertspijker een
ware bouwwoede uit met een hoogtepunt in de jaren 1880 en 1881. Drijvende
kracht achter deze gebeurtenissen waren de grondeigenaren en de grootste projectontwikkelaar:
Hendrik Jan Heuvelink Jr., architect en steenfabrikant, zoon van de stadsarchitect
die in 1853 het plan voor de uitbreiding van de stad had gelanceerd. Van het
ambitieuze idee van Heuvelink Sr. om op het terrein van het Gelders Spijker
een nieuwe buitensingel te graven waaraan luxe villas konden worden
gebouwd kwam niets terecht. Zijn zoon heeft geprobeerd de ideëen van
zijn vader zo goed mogelijk te realiseren. Zonder buitensingel.
De eigenaresse van het Gelders Spijker, Hermina Coops had Heuvelink Jr. aangetrokken
om de gronden van het Gelders Spijker als bouwterrein te ontwikkelen. Tussen
1865 en 1875 wordt het gebied omsloten door de Parkstraat, de Kastanjelaan
en de Spijkerstraat bebouwd. En grotere plannen staan op stapel.
Eind april 1879 overlijdt Hermina Coops en in december van dat jaar laten
de erfgenamen wat over is van het landgoed, 3,75 ha van de oorspronkelijke
12 ha, in het openbaar veilen. Koper wordt voor een bedrag van 183.000,-
de Arnhemse aannemer A.H.J. Diemont die daarmee ver uitging boven het bod
van Heuvelink Jr., nl. 169.000,-. In een tijd waarin de doorsnee geschoolde
arbeider met een loon van 10,- per week thuiskwam, waarvoor vaak 60
uur of meer gewerkt moest worden waren dat forse bedragen. De vooruitzichten
op een positieve exploitatie moesten wel groot zijn.
Intussen zat Heuvelink Jr. niet stil. In het najaar van 1877 koopt hij een
groot aantal percelen grond ten zuiden en ten oosten van het Gelders Spijker.
In samenwerking met nog een grondeigenaar worden 15 ha bouwterrein ondergebracht
in de Arnhemsche Maatschappij ter exploitatie van onroerende zaken. Heuvelink
wordt de eerste directeur en hij ontwerpt op deze grond het plan voor de aanleg
van de Boulevard. De opzet daarvan wordt een stuk ruimer dan de andere straten
van het Spijkerkwartier. Het is de bedoeling dat hier overeenkomstig het plan
van zijn vader ruime villa's voor een kapitaalkrachtig publiek worden gebouwd.
In 1878 biedt Heuvelink de grond nodig voor de straat en de plantsoenen, in
totaal 10.000 vierkante meter, voor vier gulden de meter te koop aan aan de
gemeente.
Het probleem steekt misschien in de hoogte van het bedrag dat in zes jaarlijkse termijnen mag worden betaald, in ieder geval geeft het voorstel van Heuvelink aanleiding tot een principiële discussie in de gemeenteraad over de taak van de overheid in een door particulieren geëxploiteerde buurt. De meerderheid van de raad is tenslotte van oordeel dat bij stadsuitbreidingen ook naar de toekomst moet worden gekeken en verder dat aanleg van brede straten de schoonheid van de stad ten goede komt, hetgeen een openbaar belang mag worden genoemd en stemt in met het voorstel van B&W om 40.000,- ter beschikking te stellen voor het Boulevardplan. Door economische tegenwind zou het plan maar moeizaam van de grond komen. In 1889 waren zes villa's gebouwd. Vier ervan staan er nu nog: Boulevard Heuvelink 104 t/m 110.
Joep Mannaerts