|
Arnhem, juni 2006
Frans Aleven heeft als hobby het bewerken van foto's, waaronder 700 van
het Gelders Archief en produceert daarmee (voor zichzelf) een heus boekwerk.
Frans creëert vervreemdende effecten in de foto's en verandert de
werkelijkheid naar een merkwaardige sprookjeswereld.
De fotografie is niet zomaar zijn hobby. Hij is op de 2e plaats gekomen
met een wedstrijd (850 inzendingen) van de Gelderlander, als beste regio
fotograaf. Hij heeft in maart een reportage gemaakt van de straten in
het Spijkerkwartier. Maar met de prostitutie wil hij niets te maken hebben,
dat vind hij maar een beetje eng.
In de jaren 1950 kwamen zijn ouders in Arnhem te wonen aan de Johan de
Wittlaan. In die tijd hadden ze het niet zo ruim en was de koffie nog
op de bon. Gelukkig waren de gezinskaarten niet zo duur bij Thialf. De
prijs was ongeveer 6 gulden voor een heel gezin. Dat zwembad was echt
ideaal in de zomer. Er was verder eigenlijk ook niet zo veel om mee te
spelen. Het water was er wel altijd koud. De techniek om het zwemwater
te verwarmen was er toen nog niet. Er hing altijd een groot bord waar
de temperatuur op stond, die was bijna altijd 18 graden. De zon moest
het bad verwarmen. Daar hadden ze wel een systeem voor bedacht. Aan de
zijkant van het bad liet men water in een betonnen bak lopen en een poos
staan om het voor te verwarmen. Dat was dan bestemd voor de zwembaden.
In de betonnen bakken mocht je niet komen in verband met vervuiling. Eigenlijk
waren de baden toch wel heel vuil, dat besef je nu pas als je naar Klarenbeek
gaat.
De heer Aleven heeft in het zwembad Thialf zijn zwemdiploma B gehaald.
En dat was gratis! Hij kwam een keer binnen om te zwemmen. Hij hoorde
toen dat je gratis een B-diploma kon zwemmen. Hij had nog geen A diploma,
maar schreef zich toch in voor een B diploma omdat hij goed kon zwemmen.
Hij heeft het diploma gehaald en kwam daarna kletsnat thuis, omdat hij
met de kleren aan moest zwemmen. Zijn moeder dacht dat hij in de sloot
was gevallen.
Badhokjes waren er alleen voor volwassenen. Als kind moest je de zwembroek
aantrekken in een gammele houten barak. De kleding hing dan aan een haakje.
Als je een dag ging zwemmen moest je wel zelf brood meenemen, want in
Thialf was niets te koop. Later, toen men het bad wat schoner wilde hebben,
werd het dragen van een badmuts verplicht gesteld. Dat waren in die tijd
net ballonnen, zo dun. In de winter kon er worden geschaatst achter het
zwembad, op de plek waar nu de Thorbeckeschool staat. Daar kon je ook
voor een paar gulden een gezinskaart kopen. In die tijd bestond er daar
nog geen prostitutie. Althans, dat was toen nog niet daar in de buurt.
(redactie EB, ingezonden stuk Frans Aleven, 2006)
|
|
Mevrouw van Londen, Rietje voor bekenden, vertelt over haar leven en over
40 jaar wonen - per 1 juli 2007 - in het Spijkerkwartier. Een leven bepaalt
door Bronckhorst, Eindhoven, een internaat, Zeist, Zwitserland, Arnhem,
het witte kruis, een sigarenzaak in het Spijkerkwartier en een uiterst tragisch
ongeval.
In de eerste periode in Arnhem is ze verpleegster geweest, en nog niet zo
lang geleden was ze vrijwilligster in het rusthuis Vreedenhof. Verzorgen
is een roeping voor mevrouw van Londen. En dat is ook niet zo vreemd als
je oudste dochter bent. Maar daarbij heeft misschien ook een rol gespeelt
dat haar vader een restaurant dreef "Het wapen van Bronckhorst",
in Bronckhorst. Mevrouw van Londen vertelt haar verhaal.
Als het interview begint toont ze een advertentie van de sigarenzaak
van haar en haar man in de Emmastraat uit 1991, maar dat verhaal komt
later, eerst naar het begin. En nadat ze thee heeft ingeschonken vertelt
ze, in diverse intervallen, over haar leven. Een leven tussen de werkzaamheden
door in Arnhem als verpleegster.
Het Diakonessehuis
Na haar periode in Eindhoven, waar ze op een internaat een opleiding volgde
als gezinsverzorgster, ging ze in haar beroep werken in Zeist. Tijdens
die eerste baan leerde ze een collega kennen waarmee ze vriendschap sloot.
Ze kwamen bij elkaar thuis en konden het goed met elkaar vinden. Op zekere
dag had de vriendin een neef te logeren die een verloofde had in Zwitserland.
Via de verloofde kwam zo een Zwitsers contact tot stand waardoor Riet
als au pair een nieuwe uitdaging aanging in Genève. De baan in
Nederland werd opgezegd en ze vertrok naar de bergen van Zwitserland.
In een prachtige omgeving werkte ze op een mooie grote boerderij voor
een groot gezin met kinderen die graag gingen wandelen. In 1956 zegde
ze daar haar baan weer op, om in Arnhem als verpleegster voor het witte
kruis in opleiding te gaan. Dat was in het pasgebouwde Diakonesseziekenhuis.
Ze vond gemakkelijk woonruimte in het zusterhuis op de Lawick van Pabststraat
en werkte in de opleiding voorspoedig. Na 3 jaar was ze gediplomeerd en
ontving daarbij de wittekruismedaille en de witte knopen die ze altijd
zorgvuldig heeft bewaard.
De operatiekamer
Nadat ze een periode bij de kraamafdeling had gewerkt stapte ze over naar
een baan als operatiezuster. Ze verteld dat er dan soms een amputatie
was, dan moest je bijvoorbeeld even met een been naar de verbrandingskamer,
dat ging dan zo de oven in. Zo ging dat dan soms als je bij de OK werkte.
Haar eigenschap dit werk te kunnen doen heeft veel bepaalt in haar latere
leven. Ze hield van haar werk en van die periode, ze zou het zo willen
overdoen. Er waren 12 OK-zusters en 3 operatiekamers. Vooral met de gynaecoloog
dr. Stolk kon ze goed opschieten. Hij wilde nog wel eens op iets lekkers
trakteren aan het eind van de werkzaamheden. En dan liet hij iets halen
in de stad. Sausijsjes van Hagdorn waren dan wel het meest populair.
Sigaren
Als oudste dochter kocht ze voor haar vader wel eens sigaren. Op een dag
toen ze weer een doosje van 5 sigaren kocht, maakte ze een praatje met
de eigenaar van de zaak. Hij vertelde dat hij de zaak wel wilde overdoen
aan iemand anders en hij zag misschien wel mogelijkheden in de jongedame.
Maar de plannen liepen toch iets anders.
Trouwen
Haar man heeft ze in het ziekenhuis via een vriendin leren kennen. Hij
werkte toen op het giro-kantoor. In 1962 trouwden ze en het jonge stel
kon intrekken op de Lawick van Pabststraat 46, weer dichtbij het werk.
Het was een mooie tijd, de voorspoed lachte ze toe.
Het idee een eigen zaak te drijven had het ondernemersbloed van Riet iets
losgemaakt. Ze sprak erover met mensen en op goede dag vertelde een patiënt
dat er een zaak vrijkwam op de Emmastraat 52. Samen met een vriend keek
haar man de boeken na van de zaak en het was goed. Er werd verhuist en
samen gingen ze - vanaf 1 juli 1967 - achter de zaak wonen. De sigaren
werden er verkocht in kisten van 50.
Een nieuw leven
Als jonge moeder van een gezonde zoon kwam het werk in de zaak goed van
pas. De verzorging voor het kind kon prima worden gecombineerd en er was
hulp van Ans Janssen, een andere vriendin, die vanwege persoonlijke omstandigheden
een zelfstandig inkomen nodig had. In 1970 kwam aan de andere kant van
de straat op Emmastraat 35 een grotere zaak vrij. De woning erboven met
14 kamers was aantrekkelijk voor het gezin. Er werd opnieuw verhuisd en
opnieuw lachte de voorspoed het gezin toe. De zaak werd "Thialf "
gedoopt. Ze waren toen beide 46 en de zoon groeide op en ging naar school
en zwom in het zwembad Thialf. De buurt waarin hij opgroeide heeft ook
een deel van zijn leven bepaald. Om de zoon te beschermen voor minder
gunstige invloeden die in de buurt in die tijd in opkomst waren gekomen,
stuurden zijn ouders hem naar een goede school met interne huisvesting
in een mooie groene omgeving. En hij is gelukkig ook goed terechtgekomen.
De zoon is net als zijn ouders en grootouders ook ondernemer geworden.
Hij drijft momenteel samen met een compagnon een florerende zadenhandel
in Zevenaar.
Groei van de zaak
De sigarenzaak verkocht steeds meer verschillende dingen, niet alleen
vuurwerk in december. De kinderen kwamen - nat en rillend van de kou -
vanuit het zwembad bij haar om snoep te kopen. Ze herinnerd zich nog een
groot feest toen haar man 25 jaar bij de giro werkte. Die had hij sneller
dan anderen bijeen door gemaakte tropenjaren voor zijn eerdere werk bij
de Koninklijke Marine. Ze toont foto's van een gezellige tuin vol mensen,
met zelfs bezoek van de wijkagent Burghart. Tien jaar na de verhuizing
was er voldoende geld om het huis en de winkel grondig op te knappen.
Haar man werkte samen met een vriend aan de aanleg van centrale verwarming
en er werd verbouwd en geschilderd. Dat schilderen deed haar man ook zelf.
Een uiterst tragisch ongeval
Op de maandag van 25 augustus 1980 voltrok zich een vreselijk drama. Haar
man viel tijdens schilderwerkzaamheden aan een bovenraam van de ballustrade
van de eerste verdieping op straat. Hij was op slag dood. De ambulance
was gekomen met sirene, maar de broeders constateerden dat ze niets konden
meer konden doen. De lijkwagen moest van een ander ongeval eerst uit Westervoort
komen en dat duurde een half uur, terwijl haar man in een grote plas met
bloed, overdekt door een laken op de stoep lag. Er lag zoveel bloed dat
de gemeente twee dagen later de stoeptegels liet vervangen. Mevrouw van
Londen kwam juist terug van het ophalen van een boek en werd opgevangen
door een buurvrouw. Op zaterdag was de begrafenis op Moscowa. Het ongeluk
werd in de kranten breed vermeld en in de wijk bleef het niet zonder gevolgen:
mannen mochten niet meer voor het klussen zomaar op een ladder staan,
zo werd verordonneerd. Iedereen in de buurt was erg geschrokken.
Het leven gaat door
De maandag erna stond ze alweer in de zaak, want tijd voor een rouwperiode
was er niet echt en de kost moest met de inkomsten van de zaak toch wel
worden verdiend. Ze kreeg veel morele steun van de klanten, de dokter
en wijkagent Burghart. En ze kreeg ook hulp bij het opruimen van de verf
die door de val in de kamer was geslingerd.
Het leven was op slag veranderd. Om niet alleen te hoeven zijn nam ze
een hond, een labrador. Die wilde nog wel eens ontsnappen naar de school
aan de Thorbeckestraat. De leerlingen gaven de hond allerlei lekkers.
Maar de directeur van de school belde dan toch maar of ze de hond weer
kon komen halen. Ze werkte vanaf dat moment nog tot 1991 in de zaak, niet
alleen, maar samen met haar vriendin Ans. Elke woensdag ging mevrouw van
Londen op bezoek op het kerkhof. Ze was van verdriet dan steeds bijna
overmand en bleef nog lange tijd erg in de war. Maar de zaak ging door.
Ans nam zo ongeveer alle besluiten. Ze paste op de winkel en hielp ook
mee in de tuin en bij het strijken.
Verdere groei van de winkel
Voor de vraag naar allerlei artikelen van de kamerbewoners uit de omgeving
werden producten toegevoegd aan het assortiment. Daarnaast werden lotto,
toto, en staatsloten verkocht. Grote prijzen zijn in de winkel nooit echt
gevallen, behalve één keer en wonderbaarlijk was ze daarbij
haar moeder de winnaar van een groot bedrag, omdat die altijd van haar
een staatslot kreeg. Het bedrag werd verdeeld over de drie kinderen. De
besteding van dat bedrag liep echter minder gelukkig omdat haar nieuwe
liefde, een trainer bij het poloteam van Thialf, het geld besteedde naar
zijn eigen idee. Maar gelukkig kon er wel een nieuwe auto af voor de zoon.
Inmiddels groeide de zaak uit van sigarenzaak tot een kleine supermarkt.
De zaak verkocht dag- en weekbladen, kranten en tijdschriften van allerlei
aard. Wat niet voor kinderogen geschikt was lag op de bovenste plank.
De zaak had een assortiment papier en schrijfwaren en daarnaast nog koffie,
thee en suiker. Ook voor tweedehands kleding en schoenen konden mensen
terecht bij de zaak. Rijke mensen brachten soms zakken vol. Mevrouw van
Londen belde dan naar mensen met kinderen waarvan ze wist dat die het
niet breed hadden. Die waren dan altijd erg dankbaar voor de kleren en
schoenen. Zo was ze een soort maatschappelijk werkster.
Het einde van de zaak
In 1991 lag mevrouw van Londen in het ziekenhuis en zag ze de voortgang
van de zaak niet meer in een gezond perspectief voor een vervolg van haar
werk. Ze nam toen het besluit het pand van de hand te doen. Het huis en
de winkel aan de Emmastraat 35 werd gekocht door een aannemer uit Velp.
De zoon heeft toen voorbeeldig geholpen met de overdracht en zorgde er
keurig voor dat het gehele pand werd ontruimd. Zo kwam de sigarenzaak
"Thialf" aan een einde. Nadat ze uit het ziekenhuis is ontslagen
kreeg ze een woning aan de Boekhorsterstraat en een baan als vrijwilligster
in het rusthuis Vreedenhof. Zo pakte ze haar roeping - te verzorgen -
weer op. Dit werk heeft ze met plezier 12½ jaar gedaan. Ans woont
nu op Klarendal en ze zijn nog steeds goede vrienden van elkaar.
Een nieuw begin
Pas vijf maanden geleden is ze door de huisarts vrij verklaard van de
benodigde medicijnen om te kalmeren. Dat betekende in feite ook het einde
van een lange rouwperiode van een dramatische gebeurtenis. Kortgeleden
nog vertelde een man, tijdens een toevallige ontmoeting in de buurt, dat
hij zich het ongeval precies kon herinneren. Zo leeft de herinnering voort.
Mevrouw van Londen heeft het gezellig in de Boekhortserstraat, ze woont
er graag en ziet veel mede- en oud bewoners. Toch gaat ze verhuizen binnenkort,
naar een verzorgingshuis. Een dapper besluit van iemand die eigenlijk
zelf graag wil verzorgen. Wat ze als laatste nog wil meegeven aan haar
verhaal, is dat zij vertrekt op een moment dat de schande die in de buurt
heeft huisgehouden in het verleden is verwerkt en het Spijkerkwartier
als prachtige wijk weer schoon en trots op de kaart staat.
(redactie EB / 21 juli 2007)
|