In de voormalige keuken van het huis Parkstraat 22 bevindt zich nog deze pompkast met twee pompen. Een voor het oppompen van grondwater, geschikt voor menselijke comsumptie. De andere pomp was aangesloten op de waterput waarin regenwater werd opgevangen. Dit zachte water was geschikt om de was mee te doen.
Bron foto: Hans Christiaan Peters van Galerie Stijl

Volgende . Vorige . Pagina Historie

Twintig straten en een boulevard (09): De Infrastuctuur

Het is vandaag de dag moeilijk voorstelbaar hoe eens het dagelijks leven in de stad zijn gang ging zonder de openbare voorzieningen die wij vanzelfsprekend en zelfs onmisbaar vinden: elektriciteit, waterleiding en riolering. Om maar te zwijgen van een huishoudelijk leven zonder wasmachine, stofzuiger en televisie.
In plaats van de aanhoudende dreun van het autoverkeer, voetstappen, geratel van handkarren en het klippetie-klop van gehoefijzerde paarden op kinderkopjes: ook het geluid van de stad was pakweg anderhalve eeuw terug heel anders en een stuk stiller dan nu. De komst van de gasfabriek aan de Westervoortsedijk in 1844 maakte een einde aan de duisternis waartoe velen, met name in de wintermaanden waren veroordeeld als de zon onder was.

Juist in de tijd dat het Spijkerkwartier ontstaat, maken de openbare nutsvoorzieningen een snelle ontwikkeling door. Tot 1885 is er alleen stadsgas, hoofdzakelijk voor verlichting. Ruimteverwarming en koken gaat op kolen, hout of briketten van bruinkool of turf. Het water komt uit de pomp op de plaats achter het huis. Bij de meer welgestelden staat de pomp in de keuken. Wie geen eigen pomp heeft, haalt water bij de openbare pomp van de gemeente.
In 1885 wordt een voorzichtig begin gemaakt met de openbare waterleiding. In 1895 zijn in heel Arnhem nog maar 409 aansluitingen. Daarna gaat het sneller, eind 1900 zijn 4954 aansluitngen gerealiseerd. Op een totaal van ongeveer 12.000 woningen is dat niet eens zoveel, zodat mag worden vastgesteld dat de pomp nog lange tijd populair is gebleven. En wie warm water nodig heeft kan naar de water- en vuurhandel om emmers heet water te halen.
Met de invoering van de elektriciteit zal het niet veel anders gaan. In 1907 wordt de electrische centrale aan de Nieuwe Kade in gebruik genomen, maar in vrijwel alle woningen in het Spijkerkwartier moet de nieuwe voorziening worden ingebouwd en de brekerij die daar bij komt kijken zal niet iedereen hebben aangetrokken. Nog in de dertiger jaren van deze eeuw kunnen er woningen worden gevonden waar het gaskousje zorgt voor de verlichting. Restanten van deze gasverlichting zijn in veel oude huizen terug te vinden.
Andere, meer vooruitstrevende bewoners, schrokken niet terug voor wat hak- en breekwerk en lieten al rond de eeuwwisseling centrale verwarming in hun woning installeren, ook een nieuwigheid in die tijd.


Volgende . Vorige . Pagina Historie

De riolering is een verhaal apart. Vóór 1895 – voor zover aanwezig - is deze alleen bedoeld voor hemel- en afvalwater. Een kaart van de afdeling Riolering van de gemeente Arnhem uit 1881 laat zien dat een dergelijk riool lag in de Hertogstraat, de Spijkerstraat, de Kastanjelaan en verder via Dijkstraat, Rietgrachtstraat richting Rijn. Waar dit riool in de Kastanjelaan, dat een afmeting had van 0,70 x 1,05 m, de Rietebeek kruiste zaten schuiven om de waterverdeling te regelen.
De meer vaste afvalstoffen worden afgevoerd via het tonnenstelsel. Tweemaal in de week rijdt de "Boldootkar" voor om het tonnetje op te halen en te vervangen door een met creoline gereinigd exemplaar.
Veel huizen in het Spijkerkwartier hebben een waterput achter het huis, waar zacht regenwater in kan worden opgevangen. En een zinkput om het afvalwater in de bodem te laten zakken.

Joep Mannaerts

De pompkast met twee pompen in de voormalige keuken in Parkstraat 22