Volgende . Vorige . Pagina Historie
Twintig straten en een boulevard (01): Het Spijkerkwartier
Ruim twintig straten telt het Spijkerkwartier, met even zovele namen. Dat zijn er wel eens meer geweest. Oorlog en stadsvernieuwing eisten echter hun tol. Wie weet nog waar ze lagen, de Boterstraat, de Kaasstraat? Of de Kip- en Haanstraat? Herinnert zich de Telegraafstraat? Of zelfs de Riethorsterdwarsstraat? De meeste straatnamen stammen uit de bouwtijd van het Spijkerkwartier en zijn gegeven tussen 1850 en 1885. Na 1885 kwam er nog één nieuwe naam bij zoals we zullen zien. Daarover gaat dit verhaal: over de straten van het Spijkerkwartier en hun namen. En een beetje over Arnhem en hoe het allemaal zo gekomen is. Met die straten en die namen. Een verhaal in afleveringen.
In het midden van de 19e eeuw was het gebied dat we nu Spijkerkwartier noemen
grotendeels onbebouwd. Centraal in dit gebied lag het Geldersch Spijker, ooit
bezit van de hertogen van Gelre, een prachtig, rijk van hoog geboomte en water
voorzien landgoed, dat te midden van bouw en weiland lag, zoals een tijdgenoot
het omschreef. Het huis, groot en wit gepleisterd volgens de smaak van die
tijd, stond ongeveer op de kruising Parkstraat - Prins Hendrikstraat en werd
vanaf de Steenstraat bereikt via de Spijkerlaan, die toen aan het begin vrij
smal was en ter weerszijden bebouwd maar al spoedig overging in een brede
laan die met kastanjebomen was beplant. De toegangspoort bestond uit twee
hardstenen palen die nu nog te vinden zijn aan de Kastanjelaan.
Ten oosten van het Geldersch Spijker bevond zich nog een tweede spijker, dat
in de loop van de tijd verschillende namen droeg en tenslotte bekend stond
als het Dullertspijker. Het huis, niet zo groot als het Geldersch Spijker,
had een vestingachtig uiterlijk. Het stond nabij de kruising van de Dullert-
en Karel van Gelderstraat.
En dwars over de terreinen van beide spijkers stroomde de Molenbeek die ter
hoogte van de Spijkerstraat uitliep in de Lauwersgracht.
De gronden tussen de Molenbeek en de Steenstraat waren van belang voor de
voedselvoorziening van de stad en voornamelijk in gebruik als groentetuin.
Aan de Steenstraat, ongeveer halverwege tussen de Boekhorstenstraat en de
Spijkerlaan, woonde tuinder Lorentz die in de hele stad vermaard was door
de bloemkool die hij verbouwde.
Bebouwing was er verder alleen aan de Steenstraat, verspreid langs de buitensingel
en natuurlijk aan de Boekhorstenstraat. Daarover de volgende keer.