Deze pagina geeft reacties van lezers op de historie van het Spijkerkwartier
Overzicht
|
|
^ top | Jolanda Keesom |
Arnhem, 5 april 2007
De verborgen geschiedenis van een Arnhems koetshuis Zolang de sporen niet al te grondig worden weggewist, zijn overal in de stad flarden van de geschiedenis te vinden. Volg zo’n spoor en het voert je zomaar eeuwen terug in de tijd. Dat is ook het geval bij nadere beschouwing van het binnenterrein naast de Sint Martinuskerk, tussen de Steenstraat en de Ir. Van Muijlwijkstraat. Daar staat sinds 1888 een koetshuis dat van alles vertelt over het verborgen verleden van Arnhem. Jarenlang lag dit koetshuis verstopt achter een schutting, totdat de broers Hans en Niek Ansems, die er vanuit hun ASPECTS - pand aan de Ir. Van Muijlwijkstraat al diverse malen begerige blikken op hadden laten vallen, het eindelijk konden betrekken. Na een uitgebreide opknapbeurt springt het roestbruin geschilderde koethuis nu behoorlijk in het oog. Waar decennialang een houten schutting naast de Sint Martinuskerk het koetshuis aan het oog onttrok, staat nu een donkergroen hekwerk dat toegang geeft tot een lager gelegen binnenplaats, met resten van een bakstenen scheidingsmuur, een enorme esdoorn en een kleurrijke showroom voor lichtarmaturen. Het levert verbaasde blikken op en trekt bruidsparen op zoek naar een fotogenieke locatie. Hoe komt dit pand hier? Wie heeft het laten bouwen en waarom?
Plaatsmaken voor de kerk
De bloeitijd van de stalhouderijen
Weet u wie er voor Boekhout gebruik maakte van het koetshuis? Laat het
Hans Ansems weten op:026-4439451 of 026-4434985 |
|
De redactie ontving een brief
over de Gereformeerde Oosterkerk |
|
|
|
^ top | |
Aan: info@spijkerkwartier.net Not to long ago by coincidence I found your web site, about the “Spijker Kwartier in Arnhem, I tell you I was really surprised. Let me tell you first who I am, My name is Theo van Hedel and my parents lived at the eerste wijkstraat number 9, I can’t remember when they lived there but I do remember the area after I have seen some of your old pictures, I do remember the school and also the Sportfondsenbad where myself and brother had to go each Friday to take a bath, because there was no shower in the house we lived. The pictures I saw from the women and children are not really from the address eerste wijkstraat it looks to me it is the tweede wijkstraat. My step father was the person who was named Joop Orth and for his profession he was collector of old stuff people want to get rid of, is still remember the Dutch word “Venter” , it was a great time to live in that area. You might think why is this guy writing in English, now these days I live in the US, California almost for 28 years, and sometimes I visit the Netherlands. I hope to see more in the near future from the area I lived in, I hope you publish more old pictures, I wish I had some for you. Keep up the good work
Theo van Hedel -----Oorspronkelijk bericht----- |
|
^ top | |
Verslag van een gesprek met Ton Gieling. Door Egbert Bouwhuis - 24 december 2008 Ton Gieling (A.J.) woonde aan de Julianaweg 6a (6862 ZP) in Oosterbeek, en was bereikbaar voor een verder gesprek na onderstaande interview. Dat heeft geen vervolg gekregen. De redactie kreeg bericht van zijn overlijden op 10 juli 2010. Onderstaande is voor zijn nagedachtenis. Vrijdag 11 juli 2008 zaten we gezellig op een bankje voor de Lommerd in de zon na het middaguur, met Rudolf Schaap, vrijwilliger in de Lommerd, die mee luisterde en soms een korte toelichting gaf. Ton was uit Oosterbeek gekomen om nog eens komen kijken in zijn oude buurtje. Het was er beter op geworden, zo vond hij. Maar, wie is Ton Gieling? "Een fanatieke Arnhemmer". Zo noemt AJ Gieling zichzelf, hij is 86 en een 1/2 jaar oud. Ton - voor vrienden - is geboren in de Spijkerstraat op huisnummer 100. En van dat adres op is hij 3 jarige leeftijd omstreeks 1925 vertrokken om ergens anders te gaan wonen. Zijn vader had een winkel op nr. 100, “het Schortenhuis” aan de Spijkerstraat. Boven de winkel woonde een man die Erdhuizen heette, en die werkte als borstelmaker in ’s Heerenberg waar hij ook dagelijks met de fiets naar toe ging. Deze borstelmaker had een dochter Anneke en die was vriendinnetje van de kleine Ton. Hij herinnert zich een koperen pomp in het souterrain en het toilet buiten
waar je via een houten plank naar toe moest, naar een houten keet. Het
huis werd verkocht, voor 6000 gulden. Vader was failliet gegaan met de
winkel. Het gezin verhuisde naar een kleiner huis in Klarendal. Het liep allemaal goed af met de ziekte. Hij werd gebracht naar een noodziekenhuis, dat was een school op ’t Eusebiusplein waar deze zieke kinderen werden verzameld. Het was bij het Roermondsplein, vlakbij de Kleine Eusebiuskerk. Die school was later een internaat, onderdeel van een organisatie met twee gebouwen waarvan een meisjesinternaat en een jongensinternaat. Op de hoek van de Spijkerstraat was stalhouderij Boekhout op de hoek met de Prins Hendrikstraat. Je had in die tijd ook nog een boevenwagen, een grote groene wagen getrokken door een paard. Als die wagen terugkwam van de stad sprong je als kind achterop die wagen, kon je mee liften. De smid zat in de 2de Spijkerdwarsstraat, die was ook hoefsmid. Ja daar, en hij wijst naar de staldeuren tegenover ons. Dat kon je ruiken, een penetrante geur die fascineerde. Er was een balg en een open vuur. Ton herinnert zich het trekken aan de balg. Die rode ijzers tegen de hoeven. Dat beeld was als voor een kind verbijsterend. Hoe kon het paard zo kalm blijven? Een impressie van een smidse is gemaakt door een filmer uit de wijk Sacha Barraud, het staat op deze site van Vimeo: http://vimeo.com/29740635 Ton kwam daar al heel jong als 3 jarig kind bij die smid. En jawel, er gebeurde wel eens iets bijzonders. Het was met een spijker in slaan voor het vastzetten van het hoefijzer. De spijker was scheef gegaan in de hoef van het paard, en dat leide tot steigeren in de smidse. Met een stok met een touw werd het paard in bedwang gebracht en de spijker er weer uit getrokken. Heel bijzonder daarbij: het touw om de lip van het paard hield het paard in bedwang. Op de bank voor de Lommerd was het even stil. Maar gesprekspauzes zijn niet zijn favoriet bij Ton, hij verteld vurig verder, geïnspireerd door zijn eigen verhaal. Bij juffrouw Bas was een klein winkeltje, alles rook naar petroleum, er stond een drum met peterolie. Hij herinnert zich ook de man met het gele wagentje. Het klinkt wat ingewikkeld en ik ben verbaast over de aantekeningen: het lijkt haast een raadsel. "Als je pijpje drop vergaat dat staat in de volgende automaat". Juffrouw Bas over de bus, een pijpje, als je pompte (ik denk met dat gele wagentje, EB) dan kwam er peterolie uit. Het was een schat van een vrouw, je kreeg een dropje. Tegenover de smid was bakker Windjes, daar kreeg je een hele zak oud brood voor een kwartje. De bakker had ook krentenbollen en achtjes – zo’n brood in de vorm van een 8. En kadetten ook. Bij Boekhout aan de muur hing het tuigwerk. De koetsen werden gepoetst en alles blonk mooi. De paarden stonden in de stal. Als kind – als het koud was – was je bij de schuine deksel, waar de paardemest in ging. Dat was lekker warm. Eindeloos was dat, al die paarden. Later in de oorlog werkte Ton bij de dierentuin van Burgers. Vanaf hier eindigde het gesprek en volgde de uitnodiging eens verder te komen praten. Dan kunnen we ook een wat meer gestructureerd gesprek voeren. Ook van Sonsbeke (Willen Karel van Loon) heeft in zijn boekwerkjes interviews met Ton Gielen gehad. Er resten verder nog enkele losse aantekeningen: * * * |
|
^ top | |
|