In 2002, dus over twee jaar, zou het zover moeten zijn; de prostitutie vertrekt
uit het Spijkerkwartier. De bedoeling is vooralsnog dat de ondernemers hun nering
verplaatsen naar een anoniem bedrijventerrein, waar de reeds daar gevestigde
ondernemers weer niet zo blij mee schijnen te zijn. Het is evenwel een logische
ontwikkeling. Elke bedrijfstak die het vooral moet hebben van gemotoriseerde
klanten verdwijnt naar de periferie, dichtbij uitvalswegen en ruim voorzien
van parkeergelegenheid.
Ondernemers in de prostitutie hebben in de discussie over hun bestaansrecht
in deze buurt steeds gehamerd op het belang van het kijken
de kijkers van vandaag zijn de neukers van morgen. Deze kijkers zouden volgens
hen een sterke voorkeur hebben voor het kijken vanachter het stuur van hun auto.
Een gezonde bedrijfsvoering zou niet mogelijk zijn zonder het onder buurtbewoners
beruchte rondjes rijden. Het lijkt daarom verwonderlijk dat men, nu de fysieke
afsluiting voor gemotoriseerd verkeer tijdens de piekuren al geruime tijd een
feit is, geen grote haast maakt met de verhuizing naar autovriendelijker oorden.
Gebrek aan bedrijfs-kapitaal kan daarvoor nauwelijks de reden zijn, gezien alleen
al de prijs-ontwikkeling van onroerend goed in de wijk.
Er moet dus een andere verklaring zijn voor deze, de ware ondernemer wezensvreemde,
berustende houding. Blijkbaar neemt de klandizie toch de moeite en het risico
het blijft een buurt met een slechte naam het veilige eigen blik
te verlaten reeds vóór er een keuze is gemaakt uit de uitgestalde
koopwaar.
Dit was, de klaagzangen der ondernemers ten spijt, te verwachten. Het gaat hier
immers om een bedrijfstak die bestaat bij de gratie van een aandrift die zo
sterk is, dat men zelfs bereid is zijn al dan niet ritmisch dreunende trots
even te laten voor wat hij is om de wat minder imposante en luidruchtige trots
te voet
achterna te lopen.
In Den Haag wordt het bewijs voor deze stelling al jaren geleverd. De florerende
prostitutie is daar geconcentreerd rond een voetgangersgebied, compleet met
de overbekende bloembakken. Wat in Den Haag kan, had ook hier gekund, zou je
zeggen. Tenslotte heet het hier het Haagje van het Oosten. Overigens
raad ik ook niemand aan zich op een zaterdagavond per auto langs de Amsterdamse
wallen te begeven.
Het poldermodel mag ons land dan internationale naam en faam hebben opgeleverd,
het is niet zo dat dit model binnen onze landsgrenzen per definitie wordt gehanteerd.
Achteraf kunnen zekere betrokkenen verzuchten dat het misschien verstandig was
geweest om eerder bakzeil te halen. Gedane zaken nemen echter geen keer. Vooral
de buurtbewoners zullen de gemeente dit laatste blijven voorhouden.